Van je familie moet je het hebben

Familieopstellingen

Familieopstellingen – Vreemden in een groep die jouw familieleden representeren. Een brok in je keel en vallende kwartjes. Meedoen aan een familieopstelling zou onbewuste patronen blootleggen die hun oorsprong hebben in familierelaties. Wat is de kracht van een opstellingsdag?

Haar moeder was arts en een sterke, bijzondere vrouw. ‘Maar ook overbezorgd om mij’, vertelt Els van Steijn. ‘Als meisje probeerde ik haar niet bezorgd te maken. Ik was braaf, op tijd thuis, zette mijn vriendelijkste glimlach op en zei: nee hoor, alles gaat goed met me.’ Pas in haar studententijd aan de andere kant van de wereld ging ze een leven leiden, en voelde zich daar schuldig over. ‘Totdat ik me realiseerde dat die overbezorgdheid bij mijn moeder hoorde en ik die niet kon oplossen. Door het toch te proberen had ik leuke dingen gemist, minder mijn eigen leven geleid en me nog wel eens eenzaam gevoeld door niet over mijn eigen problemen te praten.’

Deze butsen opgelopen in de jeugd kunnen we rationeel vaak wel verwerken, zegt Van Steijn, zelf coach en begeleider van familieopstellingen. Maar zeker met een goed ontwikkelde ratio is de emotionele verwerking volgens haar een lastiger verhaal. Patronen uit je ‘familiesysteem’ zouden zich herhalen in je alledaagse leven, thuis en in je werk. Die aan de oppervlakte brengen tijdens een familieopstelling kan volgens deelnemers en begeleiders helpen hardnekkige patronen te doorbreken.

 

Familieopstellingen

Gedurende een opstellingsdag krijgen enkele cliënten in een groep de kans om een persoonlijke kwestie voor te leggen. Daarbij wordt het familiesysteem van de cliënt opgesteld. Aanwezigen krijgen als representant de rol van een familielid en nemen een plek in ten opzichte van elkaar in de ruimte. Deze constellatie beweegt door onder meer vragen en aanwijzingen van begeleider en cliënt. Representanten reageren intuïtief door van houding, mimiek of plek te veranderen.

Het idee is dat ieder zijn eigen plek heeft in het familiesysteem, maar velen in de praktijk niet op de juiste plaats staan. Zo kwam Van Steijn boven de plek van haar moeder te staan door diens bezorgdheid op te willen lossen met aangepast gedrag. Voor haar boek over familieopstellingen De fontein, vind je plek bedacht ze een metafoor. De fontein staat voor het familiesysteem, de verschillende, boven elkaar gelegen waterbakken voor een generatie. Ieder heeft daarin zijn plek, zoals het kind de ‘kindsbak’ bezet onder zijn ouders. Van Steijn zat innerlijk een bak te hoog.

‘Ik vind het zo ongelofelijk mooi om te zien hoe iemands uitstraling verlevendigt als hij op zijn plek komt te staan. De lichaamshouding wordt steviger en het lijkt alsof er een last van zijn schouders valt. Je ziet de ogen twinkelen, niet alsof hij hyper is of zich oplaadt om in actie te komen, nee, oprechte levendigheid.’ Het lot van een familie en haar leden kun je niet veranderen, wel hoe je ernaar kijkt, zegt Van Steijn.

Een opstelling zou dat perspectief veranderen. ‘Alsof er een steen in de rivier is verplaatst. En het geeft rust. Ongewenst gedrag voortkomend uit die oude patronen zou je dan ook makkelijker aanpassen dan alleen op wilskracht.’ Wat niet betekent dat je na een opstelling definitief achterover kunt leunen. ‘De zaadjes zijn geplant.’

 

Identiteit

En die hebben vervolgens voeding nodig, vertelt coach Bouke de Boer. In zijn opleidingsinstituut NTI NLP in Limmen organiseert hij maandelijks familieopstellingen met vierentwintig deelnemers, waarvan er zeven een thema inbrengen. Enkele weken later neemt hij met ieder afzonderlijk contact op om te informeren of er nog vragen zijn. De meesten, zegt hij, hebben meer inzicht gekregen in hun persoonlijke kwestie. En dan kunnen ze ermee aan de slag.

‘Het draait meestal om de eigen identiteit. Durft iemand er te zijn, houdt hij van zichzelf?’ Het advies om meer van jezelf te houden, heeft volgens hem weinig effect. Hij werkt dan op het niveau van gedrag, omgeving en vaardigheid en geeft praktische opdrachten mee. ‘Laatst was dat een dankbaarheidsoefening voor een wat sombere man. Zo ga je zien wat je allemaal wél hebt.’

Zelf kreeg De Boer rond 2007 ‘pittige’ gewrichtsklachten waarvoor hij chemotherapie onderging. Artsen dachten aan reuma, het bleek de ziekte van Lyme, vertelt hij. ‘Ik ga al vijf jaar zeker vijf keer per week ‘s ochtends in zee liggen om mijn immuunsysteem te versterken. Die koudetraining is voor mij, naast ademhalingsoefeningen, een ritueel.’ Familieopstellingen reiken geen oplossingen aan, maar inzichten die je kracht bij kunt zetten door er bijvoorbeeld symbolen of rituelen voor te zoeken, licht hij toe.

 

Onbewuste processen

Bijna dertig jaar geleden volgde De Boer in de VS een intensieve opleiding Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP) en hij bekwaamde zich in het ‘systemisch werken’, waar de familieopstelling een vorm van is. Zijn instituut bestaat inmiddels zesentwintig jaar. De belangstelling voor familieopstellingen ziet hij toenemen. ‘Mensen willen meer weten over onbewuste processen. Ik kom zelf uit een gezin waar men zei dat huilen alleen voor vrouwen is’, lacht hij. ‘We zijn verleerd om naar ons hart te luisteren.’

Ook Van Steijn signaleert een groei van de interesse in familieopstellingen. ‘Met ons verstand brengen we goede, prachtige dingen tot stand en dat moeten we ook zeker blijven doen. Maar het besef groeit dat we niet alles met ons hoofd kunnen oplossen. Of we bedenken een oplossing die dan toch weer niet werkt. Als je slim bent, kijk je ook naar andere manieren.’

 

Puzzelstukjes

Dat deed Jasper Jobse toen hij vijftien jaar geleden voor het eerst deelnam aan een opstelling. Hij was ‘diep onder de indruk’ van wat er gebeurde en wat hij voelde. Jobse had in zijn jeugd last van faalangst en bezocht psychologen en een psychotherapeut. Pas toen hij een opleiding professionele communicatie volgde waarin met opstellingen werd gewerkt, vielen puzzelstukjes op hun plek. Als kind van ouders verwikkeld in een vechtscheiding had hij het gevoel te moeten kiezen voor een van beiden. ‘Dat doe je van binnen nooit, je blijft loyaal aan allebei.’

Daardoor ontwikkelde hij twee ‘gezichten’ of houdingen, gedrag voor bij zijn vader en voor bij zijn moeder. ‘In die opstelling was ik welkom met beide houdingen, dus eigenlijk met twee ouders. Ik hoefde niet te kiezen. Ieders perspectief in de opstelling werd even serieus genomen en dat sprak me enorm aan. Je kijkt verder dan gelijk hebben, dan goed en fout. Voor mij was dat als thuiskomen.’

Inmiddels begeleidt Jobse zelf bijna tien jaar opstellingen in Arnhem. Ook traint hij aankomend begeleiders. Zijn deelnemers komen vaak via iemand die ze vertrouwen. Soms worstelen ze met een probleem of ze verlangen naar iets. ‘Iemand die graag lichter wil leven, maar bijvoorbeeld zijn ouders verloor bij een ongeluk, heeft eerst te aanvaarden dat die behoefte voortkomt uit de zwaarte van dat verlies.’ Als een cliënt zich eenmaal gezien en gehoord weet en zich in een opstelling herkent, dan kan hij het gevoel krijgen ermee samen te vallen. ‘Je durft je te laten raken en er kunnen kwartjes vallen, momenten waarop je voelt waarom je je op een bepaalde manier gedraagt. Dat is spannend.’

Iemand gaf hem ooit aan moeite te hebben met het buitenhangen van de vuile was over de familie. En een religieuze deelnemer vond dat hij zich op verboden ofwel Gods terrein begaf. Deze innerlijke worsteling zou beïnvloeden wat de cliënt vertelt. Daarom is het volgens Jobse belangrijk dat een begeleider voortdurend checkt of het beeld van de opstelling ‘klopt’ voor de cliënt. Die moet zich veilig voelen. ‘Als ik de cliënt vraag of hij zich herkent in het opstellingsverhaal, dan hoor ik vaak dat een representant kijkt zoals zijn vader of moeder, of dezelfde woorden gebruikt. Terwijl die persoon niet daarop is uitgekozen. Dat gebeurt onbewust.’

 

Lichamelijk

Voor Jobse is er geen klassieke manier van opstellen. ‘Hoe je begeleidt is verweven met je persoonlijkheid. In een intervisiegroep waaraan ik deelnam, bleek iedere begeleider een thema weer anders aan te vliegen. Dan besef je dat al die manieren waardevol zijn.’ Zelf besteden hij en zijn partner, met wie hij de familieopstellingen meestal begeleidt, veel aandacht aan het lichaam.

‘Dat laat zien wat nodig is. Iemand kan ‘ja’ uitspreken, maar ‘nee’ zeggen met zijn lijf. Wanneer ik doorga op het ‘ja’, bewandelen we een andere weg dan als ik vraag: hee, ik zie je een stapje achteruit doen, vertel eens, wat gebeurt daar? Ik zoek naar een opening, daar waar ik merk dat het zwaar wordt, iets klem zit, of juist licht.’ Het is een vaardigheid die veel vlieguren vergt, vertelt hij. ‘Mensen in een ruimte neerzetten is niet zo moeilijk. Er is altijd dynamiek.’ Maar iemand begeleiden bij het beantwoorden van de vraag die er werkelijk toe doet is volgens hem andere koek. ‘En prachtig om te doen.’

 

Familieopstellingen op de kaart

De Duitse psychotherapeut Bert Hellinger zette het familieopstellen internationaal op de kaart en publiceerde vele boeken. In een familieopstelling draait het om het blootleggen van familiebanden die het dagelijks leven en welzijn van de leden doorlopend zouden beïnvloeden. Hellingers visie waarin hij voorbij goed en fout wilde kijken, leverde hem ook kritiek op, met name als het ging om incest en nazisme. Een deel van zijn aanhang distantieerde zich uiteindelijk van hem, maar bleef de methode naar eigen inzicht gebruiken. De familieopstelling lijkt daardoor nauwelijks aan populariteit te hebben ingeboet. Volgens begeleiders neemt de belangstelling nog altijd toe. Hellinger overleed enkele jaren geleden op 93-jarige leeftijd.

 

 

Lees ook:

Nooit meer kijken als voorheen

 

Dit artikel verscheen eerder in Zin-in Magazine

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *