‘De vader van mijn jeugdvriend Stephan kreeg in de jaren zestig heel Bussum aan de Franse wijn en kaas. Hij had een delicatessen- en wijnhandel. En hij vroeg mij of ik de reclameteksten wilde schrijven. Ik was zeventien en ging na school naar het kantoor van meneer Ben Hosman om te horen hoe het zat met die wijn en schreef de tekstjes. Zo van: fruitige afdronk, goede nasmaak en een tikkeltje vanille. Uit mijn grote duim met wat oude folders als voorbeeld. In een restaurant begon laatst een ober met een fles wijn aan mijn tafel over houttonen en kastanje. Terwijl we gewoon een wijntje zouden nemen. Ik realiseerde me dat ik dit gelul ooit zelf in elkaar flanste. Iedere wijnproever weet toch dat het onzin is?
Zeikerige Nederlanders
Toen ik van mijn vijfde middelbare school gestuurd werd, ging ik fulltime voor meneer Hosman schrijven. Hij was een bijzondere man. Begon met niets, bouwde een succesvolle handel op en werd later een bekend beeldhouwer en schilder. Ik had een cabaretje en omdat hij het leuk vond dat ik iets creatiefs deed, kon ik altijd eerder weg voor mijn optredens. Hij was de eerste die in me geloofde. Belangrijk, als je jong bent, zeker tussen al die zeikerige Nederlanders van wie je eerst maar eens je school moet afmaken of een vak moet leren.
‘Een reden om heel hard aan die carrière te gaan werken’
Geen inkomsten
Als copywriter leerde ik variëren, dat ik niet bij drie wijnen hetzelfde woord moest gebruiken. Dat is nu handig wanneer ik liedjes schrijf of mijn column voor NRC. Die column lees ik na ruim 25 jaar nog altijd eerst voor aan twee vrienden. Dan hoor ik of het ritmisch klopt en of dezelfde woorden niet te dicht op elkaar staan. Na twee jaar copywriting trok ik naar Amsterdam. In de zomer had ik geen inkomsten uit mijn cabaret en werkte ik als ontbijtkelner en op een kantoor. Dat laatste raad ik alle mensen aan die een carrière in de kunst ambiëren. Een reden om heel hard aan die carrière te gaan werken.
Youp van ’t Hek Ikea
Probeer alles uit om erachter te komen wat je niét wilt. Maar ook als je een succesvol cabaretier bent, moet je vooral van alles blijven doen. Doe boodschappen, ga af en toe naar Ikea en kijk hoe ongelooflijk chagrijnig mensen uit hun ogen kijken. Schrijf, maak, doe, ga niet de gevierde jongen uithangen, werk, maak uren. Ik ben alleen, met een flinke technische ploeg en muzikanten. Dat is makkelijk, ik bepaal zelf waar iets komt te staan. Voor mij geen idioten die zeggen hoe het moet. Daar heb ik zelf genoeg ervaring voor.
‘Hij kwam in Carré naar me kijken’
Applaus
Met grote vertedering denk ik terug aan die tijd dat ik voor meneer Hosman werkte. Hij kwam op zijn 85-ste in Carré naar me kijken. Aan het eind van de voorstelling heb ik het applaus stilgelegd. Ik vertelde mijn publiek dat mensen soms letterlijk aan de wieg van je carrière stonden. Iemand die er bij mij voor zorgde dat ik echt van schrijven ging houden en zei: ga het maar doen. Hij zit vanavond in de zaal en voor hém wil ik graag een applaus.’
Meer lezen over onze drijfveren? Laat je e-mailadres hier achter.
.
Waardeer je dit artikel? En wil je weten welke rol zingeving speelt in ons leven en de maatschappij? Doneer dan een bedrag naar keus. Zo help je mij verder te werken aan dit onderzoek en kwaliteitsartikelen hierover. Veel dank!
.
Tot nu toe gedoneerd: € 378,06
Youp van ’t Hek bio
Lees ook mijn interviews met:
- Stefan Groothuis: ‘Levensvragen kunnen je overvallen’
- Ruud Koornstra: ‘We gaan ten onder of we doen het nu rigoureus anders’
- Stine Jensen: ‘Liever digitale troost dan de arm van de buurman’
- Charles Groenhuijsen: ‘Kijk om je heen en ontleen hoop aan wat je waarneemt’